Wat is babili-bab?
Babili-Bab is een educatief, interactief bordspel.
De woordenschat uitbreiden? Taalbegrip en taalgebruik stimuleren?
Met deze gevarieerde spelopdrachten en coöperatieve taalstimuleringsactiviteiten
gaat dat spelenderwijs!
Elke moedertaal (en óók elke streektaal en elk dialect) doet mee.
Dat maakt Babili-Bab afwisselend, uitdagend en soms hilarisch!
babili-bab in ’t kort


Babili-Bab betekent ‘babbelen’ in Esperanto.
En dat is precies het voornaamste doel van dit spel.
Het daagt de spelers uit om samen de interactie, het gesprek, ‘een babbeltje’ aan te gaan.
Al babbelend wordt de woordenschat groter, maar ook het taalbegrip, de uitdrukkingsvaardigheid en de communicatieve redzaamheid.

Voor iedereen vanaf 6 jaar, die Nederlands leert.
Vanaf het startniveau Nederlands lerend tot en met gevorderd niveau.
Door méér speelborden aan te schuiven speel je op een hoger niveau.

Je speelt het met minimaal 2 en maximaal 6 personen.
Willen er méér spelers meedoen? Speel dan in teams, leuk!

Natuurlijk hangt de speeltijd af van het aantal borden dat je aanschuift, en van de duur van elke babbel. Over het algemeen lukt dat binnen 15 tot 30 minuten, maar langer is natuurlijk leuker.

In de doos zitten alle 6 de speelborden, 6 wisbordjes met stiften, 6 pionnen, een dobbelsteen, een potje klei, de spelregels en de legenda.
De woordselectie zit niet in de doos; die maakt de logopedist/begeleider/ leerkracht/ taalmaat namelijk vooraf, zodat Babili-Bab bij elk thema en bij iedere methode gespeeld kan worden.

De 6 speelborden
Het witte (START) en het zwarte (STOP) speelbord vormen samen de basis.
Afhankelijk van het taalniveau van de spelers
kan het groene, oranje, blauwe en roze speelbord worden tussengevoegd.
- Speel met het witte en het zwarte bord als de spelers nog niet geletterd zijn en de woordenschat nog zeer beperkt is.
- Voeg het groene bord ertussen wanneer de spelers enigszins redzaam zijn in het Nederlands en beginnen met lezen.
- Het oranje bord kan vervolgens worden toegevoegd voor spelers die geletterd zijn en over een redelijke voorraad dagelijkse woordenschat in het Nederlands beschikken.
- Zijn de spelers geletterd en beschikken ze over een grote voorraad dagelijkse woorden plus een beperkte schat aan schooltaalwoorden? Voeg dan ook het blauwe bord toe.
- Zijn de spelers geletterd, beschikken ze over een grote voorraad dagelijkse woorden en ’n redelijke schat aan schooltaalwoorden en abstracte taal? Voeg dan ook het roze speelbord toe.

daarom: Babili-bab

Spelers worden via gevarieerde spelopdrachten en coöperatieve taalstimuleringsactiviteiten uitgedaagd tot interactie.
Dat leidt, naast uitbreiding van de woordenschat, tot verbetering van de woord- en zinsvorming, taalbegrip en -gebruik, auditieve en visuele geheugen, zelfvertrouwen, sociale vaardigheden en communicatieve redzaamheid.

Maak vóóraf een selectie van woorden die nog niet gekend zijn, waarvan je inschat dat ze voor de spelers handig en nuttig zijn om te kennen.
Zó kan Babili-Bab het hele jaar door, bij alle thema’s en bij elke methode gebruikt worden.

Het witte en zwarte bord vormen samen de basis: gebruik ze voor nog niet geletterde spelers met een zeer beperkte woordenschat. Breid het speelniveau naar behoefte uit met het groene, blauwe, oranje en roze speelbord; zo kun je vanaf beginner tot en met niveau F1 blijven spelen met Babili-Bab!

de theoretische basis
Babili-Bab stut op 4 pijlers die samen een rijke, krachtige, meertalige taalomgeving kunnen creëren:
context, interactie, taalsteun en meertaligheid.

‘T babbelen tijdens Babili-Bab gebeurt in een betekenisvolle context,
aangezien er gespeeld wordt met woorden die vooraf speciaal voor de spelers geselecteerd zijn. De woorden die centraal staan hebben een onderlinge samenhang, bijvoorbeeld omdat ze passen binnen een thema, of omdat ze elkaars tegenovergestelde zijn.
Woorden die in een context passen, beklijven beter in het netwerk van woorden in ons brein.

Een taal begrijpen en gebruiken leer je nergens beter dan in interactie met anderen. Om de opdrachten van Babili-Bab te kunnen uitvoeren is die onderlinge interactie onontbeerlijk. En al spreek en begrijp je samen nog niet heel veel, spelenderwijs ontdek je steeds meer.
Het blijft afwisselend en uitdagend om samen de opdrachten tot een goed eind te brengen.

Onder taalsteun (scaffolding in het Engels) verstaan we de tijdelijke steun die iemand nodig heeft alvorens de taal, de woorden, de zinsconstructies zelfstandig te kunnen gebruiken.
Die taalsteun geven de spelers elkaar, door te reageren op de uitvoering van de opdrachten, door vragen te stellen en te beantwoorden, door samen te werken en te discussiëren. En spel is een ideale situatie om die taalsteun te geven en te ontvangen.

De meerwaarde van meertaligheid zit ‘m in het feit dat je vaak in je moedertaal al veel begrippen kent, maar dat je dat nog niet kunt laten blijken in de nieuwe taal. Tijdens Babili-Bab kun je dat wel degelijk laten zien en horen, want èlke taal mag meedoen! Er is respect voor en nieuwsgierigheid naar alle talen van de wereld. Babili-Bab stimuleert talensensibiliteit; hier en daar word je zelfs uitgedaagd een andere taal te spreken.
Babili-Bab maakt er een werelds feestje van!
BABILI-BAB op het TOS-congres


babili-roots

Het is mijn MISSIE dat Babili-Bab de blik verruimt op:
-krachtig en vakgericht WOORDENSCHATONDERWIJS,
-de meerwaarde van alle MOEDERTALEN,
-het belang van SPEL en INTERACTIE bij ontwikkelen en leren.
Brigitte Waelpoel-Vogten, zelf ook dol op spellen, begeleidt en adviseert in haar dagelijkse werk als Ambulant begeleider Cluster 2 en Coördinator Anderstalige nieuwkomers ouders, leerlingen, schoolbesturen en -teams.
Als MasterEN Expert in Nieuwkomersonderwijs (Hogeschool Utrecht) is zij deskundig op het gebied van taalontwikkeling, meertaligheid (& T.O.S.) en interculturele communicatie. Daarnaast is Brigitte illustrator en vormgever in haar eigen Atelier de bee.
Steeds vaker dacht ik tijdens het begeleiden van Nederlandstalige èn meertalige leerlingen mèt en zonder T.O.S. (Taalontwikkelingsstoornis):
“Bestond er maar een materiaal, waarbij de onderlinge interactie tussen leerlingen zou leiden tot uitbreiding van de woordenschat, vergroting van de communicatieve redzaamheid en waar àlle talen bij worden gebruikt. Liefst niet therapeutisch maar juist spelenderwijs. En dan liefst op verschillende niveaus, dus èn voor spelers die nèt beginnen met het leren van de taal, èn voor spelers die al een eindje op weg zijn maar zich nog niet zo goed durven te uiten, èn voor de best al gevorderde taalleerder die de puntjes op de í wil zetten…Een allround materiaal waar je het hele jaar door spelenderwijs mee leert”.
Het borrelde in mijn hoofd; ik verzamelde ideeën uit theorie en praktijk, sprak kinderen en volwassenen, las over gamification, probeerde de eerste opzet uit in mijn werk, begon te tekenen en te ontwerpen, stelde bij en bij, breidde uit tot 6 speelborden en uiteindelijk, zo’n 2,5 jaar na het eerste ontwerp kwam ik met mijn uitgewerkte idee via-via terecht bij Olaf en Maaike.
Twee enthousiaste en kundige spellenmakers in Harderwijk, die samen Uitgeverij Uniek Bordspel runnen. Zij produceerden mijn spel, en hoe! Ik ontving regelmatig foto’s van het proces en stap-voor-stap werd mijn spelontwerp werkelijkheid. Uniek om het idee uit mijn borrelende brein nu helemaal in ’t echie te zien en te kunnen spelen!

